• Bestel gemakkelijk online
  • Gratis thuisbezorgd vanaf € 75
  • Gratis afhalen en retourneren in de winkel
  • Persoonlijk advies in onze winkel
menu
0
Vandaag geopend van 09:00 tot 18:00

Sascha Diertotaal Blog

ZIEKTES KONIJN | DEEL 2


15 april 2024 | Eline van den Berg

Vorige maand hebben we enkele veelvoorkomende ziekten bij konijnen besproken. Laten we nu drie andere aandoeningen bekijken die naar mijn mening meer aandacht verdienen van konijneneigenaren en waarop vaker gecontroleerd moet worden.

Gasbuik

Het maagdarmstelsel van konijnen is complexer dan dat van mensen, waardoor ze vaak gastro-intestinale problemen ervaren, zoals gasbuik. Dit treedt plotseling op en manifesteert zich door plotselinge lusteloosheid en een gebrek aan eetlust. Gasbuik is niet alleen pijnlijk, maar kan ook fataal zijn. Bij vermoeden van gasbuik is onmiddellijk contact met een dierenarts noodzakelijk.

Er zijn verschillende oorzaken van gasbuik, waaronder:

  • Onvoldoende beschikbaarheid van hooi
  • Gebitsproblemen, zoals haken op de kiezen
  • Gezwellen (tumoren)
  • Bacteriële infectie in de blinde darm
  • Medicatie die de darmfunctie beïnvloedt
  • Voeding met te veel koolhydraten
  • Darmverstopping

Symptomen van gasbuik zijn onder meer lethargie, tandenknarsen of gillen van pijn, een opgezette en pijnlijke buik, en verminderde eetlust.

Myiasis

Myiasis, ook bekend als madenziekte, is een pijnlijke en potentieel fatale aandoening waarbij vliegen eitjes leggen in de vacht of het toilet van het konijn. Deze eitjes komen uit en nestelen zich in de huid van het konijn. Regelmatige reiniging van het konijnentoilet en goede hygiëne in het hok zijn cruciaal om myiasis te voorkomen. Let ook op wondjes, omdat deze vliegen aantrekken.

Symptomen van myiasis zijn onder meer een toename van vliegen in en rond het hok, verminderde voedsel- en vochtopname, lusteloosheid, een onaangename geur, een natte en/of vuile achterkant, en mogelijk zichtbare maden.

Baarmoederkanker

Baarmoederkanker is een veelvoorkomende aandoening bij oudere, niet-gesteriliseerde voedsters, waarvan ik vind dat het meer bekendheid verdient onder konijneneigenaren. Tot wel 80% van de niet-gesteriliseerde voedsters kan hiermee te maken krijgen. Sterilisatie kan deze risico's verminderen en wordt vaak al vanaf 6 maanden aanbevolen.

Symptomen van baarmoederkanker zijn onder meer lethargie, verminderde eetlust, bloederige afscheiding uit de baarmoeder, gewichtsverlies en depressie.

Het is belangrijk om op te merken dat deze symptomen ook kunnen optreden bij andere aandoeningen, zoals baarmoederontsteking of blaasproblemen. Raadpleeg altijd eerst een dierenarts voor onderzoek.

Gasbuik, myiasis en baarmoederkanker zijn allemaal spoedgevallen. Het is essentieel om je konijn dagelijks te monitoren en bij twijfel altijd contact op te nemen met een dierenarts voor overleg.

Belang van goede voeding

Voeding speelt een cruciale rol in het dieet van konijnen en is essentieel voor een gezond maagdarmstelsel. Door hun unieke en ingewikkelde spijsverteringsstelsel, hebben konijnen vezelrijk voedsel nodig om goed te functioneren. Hooi is rijk aan vezels en draagt bij aan een gezonde darmfunctie, wat helpt bij het voorkomen van gastro-intestinale problemen zoals gasbuik. Het kauwen op hooi helpt ook bij het slijten van de tanden, die continu doorgroeien. Een gebrek aan hooi kan leiden tot spijsverteringsproblemen en andere gezondheidsproblemen bij konijnen. Het is van vitaal belang dat hooi altijd beschikbaar is voor konijnen, zodat ze de hele dag door kunnen knabbelen. Zorg ervoor dat het hooi van goede kwaliteit is, vrij van schimmel of andere verontreinigingen, om de gezondheid en het welzijn van je konijn te waarborgen.

In onze winkel vind je een ruim assortiment aan hooi en andere voeding voor konijnen. Voor kieskeurige eters bieden wij konijnenbrokken aan van merken zoals Supreme Science Selective en Beaphar. Deze voeding bestaat uit één soort brok waar alle nodige voedingsstoffen in verwerkt zijn, zodat het konijn niets vergeet mee te nemen tijdens het eten. Bekijk hier ons volledige aanbod voeding voor konijnen en knaagdieren.

VACHTVERZORGING


3 april 2024 | Eline van den Berg

Eigenaren van langharige dieren herkennen het volgende woord vast wel: vervilting. Wat is het, hoe kan je het voorkomen & waarom is vachtverzorging nou eigenlijk zo belangrijk?

Vervilting ontstaat vaak als gevolg van het missen van vachtverzorging. De klitten die ontstaan worden groter en dikker (komen dichter op de huid te liggen), met als gevolg dat er hele matten met klitten ontstaan in de vacht van je dier. Een vervilte vacht is vaak moeilijk te ontwarren (ligt er ook deels aan hoe groot en erg de situatie is) en vaak worden er delen van de vacht afgeknipt of geschoren om het op te lossen. Daarnaast kan een vervilte vacht ook extreem pijnlijk en ongemakkelijk zijn en er kunnen zelfs huidinfecties ontstaan.

Deze ongemakken ontstaan omdat de matten dicht op de huid zitten en er druk op de haren ontstaat wat dus voor die pijn en ongemakken zorgt. Er kunnen hierdoor dus ook haren uitgetrokken worden wat dus voor een vervelend gevoel zorgt als dit regelmatig gebeurt. De huidirritatie ontstaat doordat de matten zo dicht op de huid zitten de warmte (en vocht) blijft hangen waardoor de huid kapot zal gaan. Een sterk vervilte vacht is door die warmte een fantastische broedplaats voor teken, mijten en vlooien, daarnaast kan het dus huidproblemen en gevaarlijke eczeem veroorzaken.

Hoe voorkom je dit nou?

Klitten voorkomen is mogelijk maar dit kost natuurlijk wel wat tijd, regelmatig kammen is the key. Als de vacht nat/vochtig is geweest dan is kammen zeker verstandig, nat/vochtig haar klit vaak snel. Hou daarnaast de snel klittende plekken in de gaten zoals de oksels en achter de oren van je dier, de klitten ontstaan vooral onder de oksel sneller door de wrijving in de vacht van het lopen/rennen.

Zorg dus dat je na een lange wandeling even de oksels checkt op klitten zodat dit niet gaat ontwikkelen naar vilt, borstel regelmatig je dier maar doe dit ook met mate. Waarom nou met mate? Als je dier veel geborsteld wordt bijv. dagelijks, dan trek je tijdens het kammen/borstelen vaak ook gezonde haren mee die nog in de huid zitten. Het lichaam van je dier gaat hierdoor meer haargroei stimuleren wat als gevolg heeft dat het verharen ook weer gestimuleerd wordt. Hou daarom maximaal 1x per week een vachtverzorgingsmoment met je dier en onthoud, hoe meer je borstelt hoe meer hij/zij verhaart.

Er zijn natuurlijk ontzettend veel vachtsoorten, dit betekent dus ook dat deze vachtsoorten allemaal anders behandeld moeten worden. We hebben in de winkel een ruim assortiment aan kammen, borstels & scharen, voor de meeste vachtsoorten hebben we dan ook wel iets wat geschikt is. Natuurlijk kunnen wij als team jullie altijd helpen als je niet meer weet wat je nodig hebt of hoe de vachtverzorging voor jouw hond het beste werkt. Onze medewerkster Robin is haar eigen trimsalon aan het opstarten en kan jullie natuurlijk te woord staan als jullie meer willen weten. Ze is op zaterdagen bij ons aan het werk.

ZIEKTES KONIJN | DEEL 1


19 maart 2024 | Eline van den Berg

Dit keer wil ik graag met jullie de meest voorkomende ziektes en problemen bij onze konijnen bespreken. De blog zal in 2en worden opgedeeld omdat dit natuurlijk iets is waar veel informatie bij komt kijken. In het eerste deel zal ik de bacteriële en virusinfecties bespreken, en het tweede deel zal uit andere voorkomende problemen bestaan. Ik wil jullie graag bewuster maken van de virussen en parasieten die helaas voorkomen bij konijnen en waarom de entingen en het monitoren van je konijn nou zo belangrijk is.

Konijnen worden een steeds populairder huisdier, ze zijn (meestal) wat kleiner en handzamer dan een hond of een kat waardoor ze makkelijker in een huishouden passen. Zoals de meesten van jullie wel weten zijn konijnen prooidieren. Dat ze zich niet lekker voelen zullen ze dan ook niet snel laten zien. Over het algemeen, als ze wat laten zien, dan is er niet veel meer aan te doen.

Konijnen kunnen vanaf 5 weken gevaccineerd worden. Na ongeveer 3 weken geeft de vaccinatie genoeg immuniteit (afweer) en zal deze een jaar lang aanwezig blijven. Konijnen worden dus jaarlijks tegen 3 besmettelijke ziektes gevaccineerd die niet/slecht behandelbaar zijn: Myxomatose, RHD1 & 2.

Vaak wordt er gedacht dat binnenkonijnen niet gevaccineerd hoeven worden, maar ook bij hen is dit belangrijk. Ze kunnen namelijk besmet worden via insecten, besmet voedsel of zelfs doordat wij als eigenaar ziekteverwekkers mee naar binnen nemen onder onze voetzolen.

Myxomatose

Myxomatose is een vaak dodelijke ziekte onder de konijnen. Het is een virusinfectie die zich snel kan verspreiden als er niet voor gevaccineerd wordt. Er is helaas geen echte behandeling tegen het virus, je kan alleen een pijnstilling geven en eventueel behandelen met antibiotica voor bijkomende aandoeningen. De meeste konijnen overlijden eraan, de konijnen die het wel overleven zijn gemiddeld 14 tot 20 maanden beschermd tegen een nieuwe infectie.

Natuurlijk is het belangrijkste om het te voorkomen. Zorg ervoor dat je konijn vrij is van vlooien. Er zijn ontvlooiingsmiddelen geschikt voor konijnen. Zorg dat er zo min mogelijk vliegen en muggen in huis zijn/kunnen komen en als je de konijnen buiten hebt zitten, probeer dan contact met wilde konijnen te voorkomen.

Maar hoe herken je myxomatose nou precies?

Als je konijn besmet is zul je zien dat er zwelling ontstaan bij de mond, ogen en de anus. De volgende fase zijn bulten op de rug, de oren en bij de mond. Door de verdikkingen rond de neus en mond zal er snot ontwikkelen en wordt hij benauwd. Het risico van een longontsteking is groot en het konijn zal hoogstwaarschijnlijk sterven. Het sterftecijfer ligt helaas tussen de 70% & 90%.

RHD 1 & 2

Ook RHD is een dodelijk virusinfectie. De ziekte is onder meerdere namen bekend: VHD, RVHD, VHS & RCD. RHD staat voor ‘Rabbit Haemorrhagic disease virus.’ Het virus is erg besmettelijk en wordt vaak overgebracht door stekende insecten (vlooien, muggen en vliegen) maar ook door besmet materiaal zoals hooi, bodembedekking, hokken en geplukt gras. Doordat het uitgescheiden wordt in de urine en ontlasting kan het ook via vogels worden doorgegeven.

Zorg voor een goede hygiëne en scherm eventueel het hok af voor vogels en wilde konijnen. Daarnaast kun je dus jaarlijks het dier laten enten tegen dit virus, de vaccinatie is goed voor RHD 1 & 2.

RHD herkennen

Het nadeel van dit virus is dat het lastig te herkennen is. Het veroorzaakt namelijk een leverinfectie waardoor er inwendige bloedingen ontstaan (vooral de longen, lever en darmen) waardoor het kan voorkomen dat het konijn plotseling dood in het hok ligt. De eventuele symptomen die te zien zijn is dat het konijn lusteloos/sloom wordt. Soms zie je dat ze gewicht verliezen, benauwd worden, koorts/stuiptrekkingen & bloedingen krijgen. Meestal is het dier helaas al overleden voordat deze symptomen zich uiten.

CuniCuli

Een ziekte die denk ik een stuk minder bekend is bij jullie, maar ook dit kan dodelijk zijn als de symptomen niet herkend worden en het dier niet behandeld wordt. CuniCuli is een parasiet die zich in organen (hoofdzakelijk nieren & hersenen) gaat nestelen. De konijnen die besmet zijn hoeven niet altijd ziek te worden. De parasiet wordt ook nog wel eens gevonden in de hartspier, lever, ogen of longen van het konijn. Het kan overgedragen worden via de urine en bij dragende konijnen kan het ook in de baarmoeder doorgegeven worden.

CuniCuli is een zoönose, maar de kans dat het echt overgedragen wordt op ons is extreem klein. De besmetting is tot nu toe alleen gevonden bij mensen met een hele lage weerstand. Ook bij andere diersoorten is het nauwelijks aangetroffen. Dus de kans van overdracht op andere diersoorten en op ons is gelukkig heel er klein.

Naast het feit dat de ziekte niet heel bekend is en daardoor niet snel herkend wordt, is het ook nog lastig te voorkomen. Je kan het konijn er ook niet voor laten vaccineren, omdat er helaas niks voor is op het moment. Zorg in ieder geval voor een goede hygiëne om de besmetting via urine te voorkomen.

Symptomen van de CuniCuli

Doordat dus niet elk konijn per se ziek wordt als ze besmet zijn, wil het nog wel eens lastig zijn om alles te herkennen. De meeste voorkomende en bekende symptomen zijn: een scheve kop (naar 1 kant lopen), omvallen, niet overeind komen, vermageren, spiertrilling/krampen, verlammingen, veel drinken/plassen (gevolg van nierfalen) en toevallen die tot coma kunnen leiden.

Omdat de parasiet zo lastig vast te stellen is, zal de dierenarts eerst andere ziektes uit proberen te sluiten. De enige mogelijkheid is via bloedonderzoek. Maar als het een acuut geval is, zullen de antilichamen nog niet aanwezig zijn. Mocht je konijn plotseling zonder reden overlijden, en je hebt ook andere konijnen, laat dan zeker een onderzoek doen op CuniCuli om dit hopelijk uit te sluiten.

Eindwoord

Dit was alweer de blog voor nu. Hopelijk hebben jullie weer wat kunnen leren over de meest voorkomende infecties/bacteriën bij konijnen. Hou je dier dus goed in de gaten, vooral als het warmer wordt en de insecten weer op komen. Mocht je denken een of meerdere van de symptomen van de bovenstaande ziektes te herkennen, neem dan contact op met de dierenarts. Liever een keertje te vaak bellen en een check laten doen dan te laat erachter komen.

In het tweede deel zal ik de volgende problemen nog aan jullie uitleggen met de bijbehorende symptomen, behandelingen en eventueel hoe te voorkomen: myiasis, baarmoederkanker en gasbuik.

PUP & KITTEN


6 maart 2024 | Eline van den Berg

Honden en katten zijn een van de meest populaire diersoorten die in Nederland gehouden worden, inmiddels zijn er 1.5 miljoen honden & 2.6 miljoen katten in de Nederlandse huishoudens te vinden.

Wettelijk gezien mogen pups & kittens al met 7 weken het nest verlaten. Echter als we naar het belangen van de dieren kijken zien we dat het verstandig is om pups vanaf 8,5 week & kittens vanaf 13 weken naar een nieuw huisje te brengen. Deze blog zal ik me wat meer op de ontwikkeling van de pups richten, er staat namelijk al een blog op over de ontwikkeling van kittens en waarom ze het beste met 13 weken pas naar een nieuw huisje kunnen (blog van 7 september).

Hoe ontwikkelt een pup zich nou eigenlijk?

Een hond kent 6 fases in de ontwikkeling;

  1. Neonatale fase (0 tot 14 dagen)
  2. Overgangsfase (10 tot 21 dagen)
  3. Socialisatie periode (3 tot 12 weken)
  4. Jeugdfase (3 tot 6 maanden)
  5. Puberteit (6 tot 12 maanden)
  6. Volwassenheid (vanaf 12 maanden)

1. In de neonatale fase zijn de pups nog blind en doof. De fase is voornamelijk eten, slapen en groeien. Wel leren ze de geur van mama, broertjes en zusjes herkennen. Ook nemen ze de geur van mensen in zich op, daar ontstaat de binding hond-mens al.

2. In de overgangsfase gaan de oogjes open, begint het gehoor te ontwikkelen en begint het rond kruipen. Na 3 weken is het gezichtsvermogen en reukvermogen helemaal ontwikkeld. Ze beginnen met spelen en onderzoeken. Daarnaast kunnen ze aan het eind van deze periode ook al beginnen met vaster voedsel (pap) de tandjes beginnen namelijk door te komen dan. Let op; met 2 weken krijgen de pups al een ontwormingskuur.

3. Socialisatie periode. De pups gaan op onderzoek uit, spelen met broertjes/zusjes & mama, gaan beginnen met vast voedsel eten, kwispelen en reageren op hard geluid. Ook gaan ze al bij het nest vandaan om te poepen/plassen. Ze oefenen vlucht en verdedig gedrag en worden gecorrigeerd door mama als het nodig is. Daarnaast worden de pups met 4 & 6 & 8 ontwormt. Met 6 & 9 & 12 weken krijgt de pup een vaccinatie.

4. De periode waar de nieuwsgierigheid vaak plek maakt voor angst. Waar de pup eerst zo enthousiast was is hij/zij nu meer terughoudend met eventueel vluchtgedrag.

5. De periode waarin ze vaak denken ons niet meer nodig te hebben en ze vaak de oren missen en heel slecht luisteren. Ze gaan bij ons de grens opzoeken dus consequent blijven is ‘the key’. Ze gaan ook proberen hoger in rangorde te komen dus laat (jonge) kinderen nooit alleen met je puberende hond om vervelende situaties te voorkomen.

6. De hond is uitgegroeid (wel ras afhankelijk), zijn karakter zal vrij stabiel blijven en de rangorder is bepaald waardoor de plaats in de roedel vast ligt.

Nu we alle fases weten gaan we kijken naar wanneer een pup nou echt weg kan naar een nieuw huisje. Wettelijk gezien is de grens dus 7 weken, dit is gebaseerd op onderzoeken uit de jaren ’60 & ’70 uit de vorige eeuw. De pups tussen de 6-8 weken zouden makkelijk mensen benaderen en zouden minder terughoudend zijn. Helaas bleken pups die op die leeftijd het moeilijk te hebben, ze vielen af, ervaarde veel stress en ontwikkelde gezondheidsproblemen. In 2011 is vastgesteld dat pups beter vanaf 8 weken het nest kunnen verlaten.

Met welke leeftijd mogen pups nog niet naar een nieuwe eigenaar?

  • Vóór 6 weken; Dit heeft een negatieve invloed op de psychische ontwikkeling, gezondheid en gewicht van de pup. Met kans op probleemgedrag.
  • Tussen de 6 & 7 weken; Dit was tot 2011 dus toegestaan, pups hebben in deze periode nog een sterke verbinding met de omgeving en het nest. Op het moment dat ze dan weggehaald worden ervaren ze extreem veel stress wat gevolgen kan hebben op zijn/haar verdere leven. Gedragsproblemen zijn zeer aanwezig op het gebied van zindelijkheid, slopen en meer blaffen.
  • 8 weken; Dit is de leeftijd waar de pups vaak weg gaan, met het grootste deel van de honden gaat dit heel goed gelukkig. Maar hou er altijd rekening mee dat dit hun eerste ‘angst periode’ is en de verhuizing kan dus een heel moeilijk/spannend moment voor een pup zijn.
  • 8,5 week; De optimale leeftijd om naar een nieuw huisje te verhuizen, pups hebben op deze leeftijd al redelijke controle over hun blaas en ontwikkelen ze een voorkeur om op een plek te plassen/poepen. Daarnaast heeft moeder de bijtrem dan al wel geleerd bij ze (tussen de 6 & 12 weken) en is de pups al duidelijk gemaakt wat het verschil is tussen ‘vriendelijk’ bijten, bijten om te verdedigen en bijten om echt schade toe te brengen.

Er zijn natuurlijk veel meningen over wanneer de hond het beste kan verhuizen maar wacht in ieder geval tot de pup 8 weken is en als het kan zelfs tot 8,5/9 weken. Maar dat hangt ook zeker af van de fokker, het ras en het karakter van je nieuwe pup!

WAT DOEN WIJ NU PRECIES IN EEN DIERENSPECIAALZAAK?


19 februari 2024 | Eline van den Berg

Dit is de vraag die ik altijd aan onze potentiële stagiaires stel tijdens het stagegesprek. De antwoorden variëren altijd wel iets, maar nog steeds is het meest voorkomende antwoord; ‘het knuffelen en tam maken van dieren’. Natuurlijk houden we ons hier mee bezig maar dit is niet werkdagvullend (al zouden we dat helemaal niet vervelend vinden ;-)). Maar dit antwoord schetst natuurlijk wel een goed beeld over wat er gedacht wordt van in een dierenspeciaalzaak werken.

Zelf ben ik inmiddels dus al bijna 7 jaar in dienst en begeleid ik ook de stagiaires die ik aan neem. Aan het eind van hun stage stel ik de vraag dan nog een keer, het antwoord is dan altijd ‘We zijn veel bezig met de klanten hulp bieden, de vracht opruimen en de winkel netjes houden’. Dit is een antwoord wat veel accurater is dan het beeld wat ze in eerste instantie hebben. Natuurlijk spelen de dieren ook een grote rol in de winkel maar helaas kunnen we daar niet de hele dag mee bezig zijn.

Ik wil jullie graag meenemen in wat ik hier als leidinggevende doe en wat we samen als team allemaal voor jullie en de winkel betekenen.

Het werk bestaat dus niet alleen maar uit het knuffelen en tam maken van de dieren, dit betekent overigens niet dat we hier nooit mee bezig zijn. Maar het belangrijkste (naast de dieren) in onze winkel is natuurlijk jullie als onze klant zo goed mogelijk helpen en tevreden houden. Als team streven wij ernaar om jullie met een glimlach en een bonk aan nieuwe informatie naar buiten te zien lopen.

We beginnen de dag natuurlijk met het verzorgen van onze dieren, zorgen dat de hokken er netjes uit zien en geven ze de nodige aandacht. Dit is voor hen en voor ons een fijne opstart van de dag, door de dag heen kijken we regelmatig bij ze en als we tijd hebben krijgen ze wat extra aandacht en kijken we of we eventueel nog wat met de kunnen trainen of een spelletje kunnen doen.  

Daarna is het tijd voor de winkelnetheid. Iedereen krijgt een afdeling waar ze op die dag de verantwoording over hebben. De bedoeling is dan dat er gekeken wordt of overal een prijsje voorzit, alles aangevuld is, alles gespiegeld wordt, de grond schoon is, de eventuele dieren verzorgd zijn en de eventuele plekken waar de honden plassen opgeruimd worden. Want hoe vervelend ook, er plassen nog steeds regelmatig honden tegen onze spullen aan en vaak wordt dit ook niet aangegeven bij ons. Gelukkig zijn de meeste producten verpakt in plastic en is alles met een sopje en wat chloor/bleek schoon te krijgen. Wat niet schoon te krijgen is zal helaas verloren gaan. Zodra er vracht binnen komt gaan we daarmee aan de slag.

In principe zijn er 3 vaste leverdagen van onze vaste leveranciers (dit zijn vaak de groothandels) maar als we rechtstreeks bij merken bestellen zoals JeanPeau of Edgard & Cooper dan hou ik rekening met een week levertijd. Hierdoor zijn er periodes dat er elke dag vracht is en soms dus maar 3x per week. Het is belangrijk om de winkel z.s.m. aangevuld te hebben en de pakbon goed te controleren of alles goed binnen is gekomen en/of op voorraad is bij onze leverancier. Er wordt regelmatig aangevuld om alle producten vanuit het magazijn de winkel in te krijgen. Er wordt dan gelijk op de winkelnetheid gelet, zodat de winkel er altijd netjes bijstaat.

Het belangrijkste onderdeel van ons werk is natuurlijk goed advies kunnen geven. Er is dagelijks klantencontact en dit is een belangrijk onderdeel van mijn baan. Zelf vind ik het belangrijk op het moment dat ik iemand geholpen heb te onthouden wie en waarmee ik geholpen/geadviseerd heb zodat ik de volgende keer naar de situatie kan vragen. Ik merk dat dit stukje extra interesse gewaardeerd wordt door de klanten. Het onthouden van de honden die in de winkel geregeld langskomen voor een snack is natuurlijk altijd leuk.

Naast het tam maken van onze dieren, wat elke ochtend gedaan wordt, is het belangrijk dat de winkel er altijd netjes en verzorgd bij staat, de schappen gevuld blijven en alle vracht weggewerkt wordt. Maar samen met het team is dit altijd snel voor elkaar en kunnen we alle aandacht in jullie als klant steken.

Zelf ben ik als leidinggevende bezig om het team aan te sturen en de prioriteiten ten opzichte van de winkel te stellen. De bedoeling is natuurlijk dat de winkel er altijd netjes uitziet, aangevuld is, de dieren er goed bij zitten en jullie als klanten goed geholpen/geadviseerd worden. Het is dan ook aan mij om te zorgen dat dit gebeurt en allemaal op rolletjes loopt. Naast samen met het team alles op orde houden heb ik natuurlijk een aantal extra taken.

In de winkel is dat onder andere; de mail bijhouden, de socials bijhouden, bestellingen maken, contact met vertegenwoordigers houden, afspraken met nieuwe leveranciers, de winkelvoorraad up-to-date houden en klachten afhandelen.
Daarnaast werk ik regelmatig thuis en dan ben ik vooral bezig met de webshop, roosters maken, de blog schrijven, nieuwe winacties en het organiseren van kleine evenementen of leuke dagen.

Dit is natuurlijk een kleine greep van alles wat we doen maar hopelijk hebben jullie een beetje een idee gekregen van het werk in een dierenspeciaalzaak en dat het niet alleen maar dieren knuffelen is.

HET GEBIT VAN JE HUISDIER VERZORGEN


12 februari 2024 | Eline van den Berg

De blog is iets later dan normaal, dit omdat ik een weekje naar Oostenrijk ben geweest om te skiën. De volgende blog zal dan ook iets sneller volgen dan de vorige keer. Mochten jullie nog leuke ideeën hebben dan kunnen jullie dit altijd mailen naar klantenservice@saschadiertotaal.nl t.a.v. Eline. Ik heb al een lijst met ideeën voor de blog maar hoe meer hoe beter natuurlijk.

Februari is de maand van het gebit. Gebitsverzorging is een belangrijk iets waar wij als eigenaren een steentje aan bij kunnen dragen bij onze huisdieren.

Vogels hebben natuurlijk een snavel waar geen tanden in zitten, je kan er bij hen wel op letten dat de snavel niet te lang wordt. Dit doe je door sepia en slijpstenen op te hangen. Ze houden eigenlijk altijd zelf wel hun snavel goed bij, mocht het te lang zijn kun je dit bij de dierenarts eventueel laten bijslijpen. Knaagdieren houden het eigenlijk ook altijd zelf wel bij. Bij konijnen daarentegen kan het nog wel eens misgaan. We zien dat de kiezen dan doorgroeien wat ervoor zorgt dat ze stoppen met eten. Dit kan zelfs dodelijk voor ze zijn.

Zelf heb ik een konijn gehad wat elk half jaar naar de dierenarts moest om zijn kiezen te laten slijpen. Als ik de eerste keer dit te laat hadden opgemerkt dan was hij gestopt met eten (wat natuurlijk super slecht is helemaal bij konijnen) en dan waren de kiezen doorgegroeid met de kans op ontstekingen en dat ze door de schedelbasis heen drukken. Gelukkig hield ik de dieren 1-op-1 goed in de gaten waardoor dat natuurlijk opvalt. Maar heb je meerdere konijnen, dan kan het soms lastig zijn overzicht te houden wie er wel en niet eet, maar blijf dan even staan om te kijken wie er wel en niet komt eten.

Bij konijnen is het dus belangrijk dat ze voldoende hooi eten wat de kiezen doet slijten. Hooi is 80% van de voeding. Zorg dus ook dat er altijd hooi aanwezig is. Zodra konijnen minder hooi eten, kan dit veroorzaakt worden door gebitsproblemen.

Bij honden en katten komen de meeste gebitsproblemen voor. Wisten jullie dat meer dan driekwart van alle honden en katten ouder dan 3 jaar last heeft van gebitsproblemen?

Vaak begint het bij tandplak op de tanden wat daarna doorzet in tandsteen. Tandplak is eigenlijk een dun kleverig laagje op de tand die bijna geheel bestaat uit bacteriën van voedselresten, dit hecht zich binnen 24 uur aan schone tanden (net als bij ons). Worden de tanden dus niet gepoetst dan kan dit tandplak zich gaan omzetten in tandsteen met hulp van speeksel. Het vormt dan een ruwe laag op de tanden. Het tandsteen zelf is niet schadelijk voor de hond, maar de aanwezigheid ervan kan zorgen voor ontstekingen in de bek doordat bacteriën zich makkelijker kunnen hechten. Tandsteen moet eigenlijk altijd onder narcose bij de dierenarts verwijderd worden.

Honden kunnen in tegenstelling tot ons niet praten en dus is de taak aan ons om te zien of er iets mis is. Maar hoe kun je nou zien of er iets mis is met het gebit? Waar let je op;

  • Geelbruine verkleuring van de tanden
  • Stinken uit de bek (ontstekingen stinken vaak)
  • Rood en opgezwollen tandvlees
  • Het tandvlees trekt zich terug
  • De eetlust vermindert
  • De hond wil geen hard voedsel meer
  • Een eventuele agressievere reactie op aanraken van bek of kop

Wat kun je doen om problemen te voorkomen?

Kauwen is één van de dingen die belangrijk zijn voor een hond om het gebit goed bij te houden. Pups mogen tot ze hun ‘grote’ volwassen gebit hebben niet alles hebben. Twijfel je of een kauwsnack geschikt is voor je pup, vraag het dan voor de zekerheid na bij één van ons. We helpen jullie graag om het juiste bot en formaat voor de hond uit te zoeken. Door het regelmatig kauwen op een bot wordt de aanmaak van (antibacterieel) speeksel bevordert en zo wordt het gebit dus al voor een deel schoongehouden. Ook zal de adem van je hond op deze manier verbeteren.

We zien nog wel eens dat een hond ondanks het vele kauwen te veel tandplak blijft aanmaken of een stinkende adem blijft houden (sluit dan wel ontstekingen uit bij dierenarts). Wij kunnen als baasje dan het gebit extra ondersteunen. Je kan bijv. zijn tanden poetsen met een speciale tandpasta. Mocht dit nou niet gaan dan is er een tandgel & tandspray. Dit geeft hetzelfde effect als poetsen alleen dan zonder de tandenborstel (kan minder stress geven). Ook is er poeder voor over de brokken en een mondwater die je mengt met het water in zijn bak. Dit allemaal is zo ontwikkeld dat het geschikt is voor hond & kat. Ga je aan de gang met dit soort producten, bouw het dan op van wekelijks naar dagelijks (mocht dit nodig zijn) en oefen het liefst dit al van pups af aan zodat het dier al gewend raakt met aanrakingen aan de bek.

Het is dus extreem belangrijk om het gebit van je huisdier in de gaten te houden en schoon te houden. Wij staan als team altijd voor jullie klaar om te helpen de juiste keuze te maken wat voor jou en je huisdier prettig werkt!

HONDENJASSEN


17 januari 2024| Eline van den Berg

Hondenjassen, het is iets wat steeds populairder word. Maar is het ook echt nodig of is dit gewoon een trend?

In verhouding tot de vroegere jaren zien we steeds meer dat onze viervoeters met jasjes lopen. Wat zijn nou de voordelen van een jasje voor de hond? En hoe weten we of ze het echt koud hebben? De grootste tekenen die we herkennen als kou is natuurlijk; niet of minder graag naar buiten willen, rillen, bibberen en soms zelfs nog piepen erbij. Echte onderkoeling kan sneller voorkomen als de kou in combinatie gaat met wind en nattigheid. De tekenen daarvan zijn o.a. heftig rillen, geen contact maken, in zichzelf gekeerd zijn, problemen met ademen, zwakke hartslag, pijn aan oren/staart/poten en bevriezingsverschijnselen zoals een blauwe bleke huid (in een gevorderd stadia rood en opgezwollen).

Wanneer heeft een hond een jas nodig?

Een van de voornaamste redenen is het belang voor de spieren. Door de kou gaan de oppervlakkige bloedvaten dichtzitten en komt er minder zuurstof naar de spieren dan normaal. Bij een lange of actieve wandeling hebben de spieren natuurlijk veel zuurstof nodig. Als dit niet gebeurt dan gaan de spieren melkzuur produceren. Dit is een afvalstof die vrijkomt als er meer zuurstof door de spieren verbruikt wordt dan dat ze kunnen opnemen. Doordat de bloedvaten meer dicht gaan zitten kan ook het melkzuur minder goed worden afgevoerd. De spieren zullen verzuren en de hond zal spierpijn krijgen. Ook zal de pijn langer in het lichaam van de hond aanwezig blijven. Buiten deze reden zijn er natuurlijk nog meer andere redenen om je hond een jas te geven.

Honden met een korte vacht zijn veel gevoeliger voor de koude temperaturen en hebben dan ook een jas nodig bij de temperaturen die richting het vriespunt en lager gaan (bijv. dobermanns, boxers, ridgebacks). Maar bedenk ook dat regen en bijvoorbeeld sneeuw de gevoelstemperatuur erg kunnen verlagen. Honden kunnen door de regen ook extra afkoelen. Door een jasje aan te doen hoeven ze na de wandeling geen koud & nat lichaam te compenseren. Honden met een korte vacht, zonder ondervacht EN die weinig onderhuid vet hebben zijn extra gevoelig voor kou en hebben eigenlijk vanaf 10 graden en lager al baat bij een jas (podenco, vizsla, teckel, greyhound of kruisingen met de rassen). Natuurlijk is het per hond verschillend hoe goed ze tegen de kou kunnen, net als bij ons. Houd goed rekening met de vacht van je hond en als de lichaamstemperatuur onder de 35 graden komt dan is een jas zeker nodig.

De honden met een dikkere ondervacht kunnen over het algemeen zeker wat beter tegen de kou. Denk er bij sneeuw wel aan dat je de tijd beperkt van buiten zijn, want veel honden zijn niet gewend aan die weersomstandigheden. Wat we vaak vergeten is dat we de dieren in onze verwarmde huizen houden en dat de vachtontwikkeling daar ook zeker door beïnvloed wordt. We houden onszelf nog wel eens voor de gek met de gedachte ‘ach ze heeft een lange en dikke vacht, ze kan makkelijk tegen de kou’. Dit is natuurlijk niet helemaal meer waar. De meeste honden zijn gefokt als gezelschapshonden en zijn ondanks die langere vacht niet zo goed tegen de kou beschermd. Zeker hondjes met een gewicht onder de 10 kg. De honden zitten in onze verwarmde huizen met hun lange en/of dikke vacht maar moeten vervolgens ook naar buiten zonder enige bescherming. Door die constante temperatuurwisseling kun je je vast voorstellen dat het lichaam van je hond ook niet zo goed weet wat ze moet doen, waardoor honden het hele jaar door blijven verharen. De kleinere honden (onder de 10kg) zijn eigenlijk over het algemeen vatbaarder voor onderkoeling. Ze zitten laag aan de grond en de kou dringt sneller diep door in hun lichaam waardoor ze dus sneller geneigd zijn af te koelen. Ook de honden met ondergewicht of die door medische redenen veel gewicht verloren zijn, zijn extra vatbaar voor de kou.

Leeftijd/ Gezondheid/ omstandigheden

Leeftijd is ook zeker een belangrijke om rekening mee te houden. De hele jonge honden hebben vaak een vacht die nog niet goed ontwikkeld is en gaan ook vaak uit onwetendheid op de koude grond liggen. Hierdoor koelen ze dus sneller af dan de volwassenen. Naast de jonge garde is ook de oude garde gevoeliger voor de kou. Hun vacht wordt dunner naarmate ze ouder worden en de koude temperaturen hebben directe impact op de ouder wordende gewrichten, artrose, nieren en longen.

Naast de pups en de oudere honden kunnen we begrijpen dat de zieke en herstellende honden ook last van de kou hebben. Een wond kan door de kou pijn doen. Ook is het altijd verstandig om een hond met een huidaandoening een jas aan te doen. De honden die net getrimd en geschoren zijn hebben ook baat bij een jas. Ze zijn gewend aan de volle/lange vacht, dus als dat in 1x helemaal wegvalt heeft ook dit invloed.

Ook de omstandigheden worden vaak vergeten, ga je lekker met de honden wandelen neem dan altijd een jas mee. Ze krijgen het natuurlijk warm van het ravotten en rennen, maar vergeet daarna het jasje niet aan te doen. Het lichaam is op dat moment opgewarmd en om spierpijn en snelle afkoeling te voorkomen is het slim om een jasje aan te doen zodat de spieren niet te snel af kunnen koelen. Maak je een kleine (stads)wandeling dan is een jas sowieso verstandig voor het warm houden van de spieren. Denk ook aan je hond meenemen op wintersport. Hier kan jouw hond de winters misschien goed trotseren, maar dat betekent niet dat dit ook geldt voor de wintersportlanden, waar de temperaturen veel lager liggen.

Naast alle redenen die ik hierboven genoemd heb is het ook voor ons als eigenaren soms fijn dat we een jasje voor de hond ter beschikking hebben. Hoe fijn is het na een korte wandeling met je wollige viervoeter dat je niet eerst een eeuwigheid bezig bent met het droog maken maar gewoon simpelweg de regenjas af kan doen. De regenjassen hebben een dunne katoenvoering (deze geeft geen warmte) en dat zou dus een goeie oplossing kunnen zijn om te voorkomen dat je zelf de hele dag kwijt bent aan het drogen van de hond.

WINTERSLAAP


4 januari 2024| Eline van den Berg

2024! De start van een nieuw jaar, hopelijk hebben jullie als lezers dan ook een goed jaarwisseling gehad. Afgelopen jaar is de blog opgestart maar door veel drukte in de winkel (en thuis) heb ik minder kunnen schrijven dan dat ik wilde.

Dit jaar ga ik mijn best doen om vaker een blog erop te zetten en een bonk aan informatie te kunnen verschaffen aan jullie over onze dieren. Elke maand in een jaar staat in het teken van een specifiek thema, hierover zal de 1ste blog van de maand gaan. Daarnaast wil ik halverwege de maand nog een blog erop zetten of een ander onderwerp wat interessant is om te bespreken op het gebied van onze huisdieren en/of dieren in het algemeen.

We starten het jaar met de maand van de winterslaap!

We kennen allemaal het woord winterslaap en dat veel wilde dieren dit houden. Maar wat is een winterslaap nou eigenlijk, welke dieren houden dit en waarom doen ze dit?

Winterslaap is een diepe slaap die soms wel maanden achter elkaar kan duren, hierdoor kunnen veel dieren ’s winters overleven zonder dat ze te veel energie te hoeven besteden aan zoeken van voedsel.

Wat is een winterslaap en wat is een winterrust?

Dit wordt ook wel hibernatie genoemd en is een voortdurende hypothermie (een lage lichaamstemperatuur). De stofwisseling van de dieren vertraagd tot een zeer laag niveau tijdens de winterslaap, dit gebeurt door een verlaging van de lichaamstemperatuur, ademhalingsritme en het hartritme. In de voorgaande ‘actieve’ maanden bouwen de dieren een vetreserve op waar ze in de wintermaanden weer profijt van hebben tijdens de winterslaap. Zoogdieren kunnen na afloop de lichaamstemperatuur weer op normaal niveau krijgen door warmteproductie in het bruine vetweefsel; dit is een vet soort die zich ophoopt rond het hart, longen en het brein van de dieren. Deze zorgt voor een energie boost in de organen om ze dus weer op te warmen op wanneer het weer tijd is om wakker te worden (dit geldt dus alleen voor zoogdieren).

Waar we vaak over in de war raken is winterslaap en winterrust. Het makkelijkste voorbeeld is de beer, veel mensen denken dat ze een winterslaap houden maar zij houden een winterrust. Een winterslaap is dus dat de lichaamstemperatuur heel erg zakt tot enige graden boven of zelfs rondom het vriespunt. Bij een winterrust daalt de temperatuur maar enkele graden, deze dieren ontwaken makkelijker en tijdens de rust worden ze regelmatig wakker voor wat eten te zoeken. Het dalen van het ademhalingsritme en de hartslag is wel vergelijkbaar met elkaar.

Waarom houden dieren eigenlijk een winterslaap?

Als het weer koud wordt zien we dat vogels vaak naar het zuiden trekken om te overwinteren en in de oceaan weten we dat veel dieren naar de warmere stromingen trekken. Maar niet alle dieren hebben deze mogelijkheid. Een deel van de wilde dieren die dit niet kunnen houden dus een winterslaap uit overleving, de landschappen/gebieden waar ze leven zijn in de winter moeilijk begaanbaar door veel ijs of sneeuw. Hierdoor snappen we natuurlijk dat het vinden van insecten, gras, bladeren en in veel situaties vis erg lastig is en soms onmogelijk is. Hierdoor is het voor de dieren een veilige oplossing om ergens een goede schuilplek op te zoeken waar ze vervolgens in winterslaap of rust kunnen gaan.

Welke dieren houden nou een winterslaap?

Zoals je al gelezen hebt trekken veel vogels naar het warme zuiden en zoekt een deel van de oceaan vissen de warme stroming op. Maar dieren zoals vissen, kikkers en schildpadden zullen schuiten onder ijs, stenen of boomstammen. Wanneer het dan echt koud wordt gaan ze naar de bodem van sloten, vijvers en meren en sommige graven zichzelf in de grond in. Ook gaan verschillende soorten insecten in winterslaap, deze zoeken vaak een rottende tak of boomschors op of zoeken naar een gat in de grond om in te gaan zitten.

Er zijn veel zoogdieren die in winterslaap gaan bijv.; de nachtzwaluw, egels, hamsters, muizen en vleermuizen. Zelfs sommige regenwormen houden een winterslaap, een deel van de reptielen zoals schildpadden en slangen en ook amfibieën doen aan de winterslaap. Beren, dassen, wasberen en bijv. opossums houden dus geen winterslaap maar een winterrust. Ze zullen dus regelmatig en sneller wakker worden.

Winterslaap/rust komt dus niet alleen bij wilde dieren voor maar ook bij onze eigen dieren. Zelf heb ik het wel eens gezien bij hamsters. Klanten belde met het idee dat de hamster overleden was, gelukkig was het diertje alleen in winterslaap gegaan. Dit kwam omdat het diertje op een slaapkamer bij een raam stond waar eigenlijk overdag geen zon op stond en dus nergens warmte vandaan kwam. Wat een dier dan logischerwijze doet in de winter op z’n moment is zichzelf in slaap brengen om ervoor te zorgen dat hij in leven blijft. Natuurlijk is dit niet nodig want we zorgen goed voor onze dieren maar bij hen gaat natuurlijk het overlevingssysteem aan op dat moment. Het is dus wel belangrijk dat we bij huisdieren zoals muisjes en hamster goed in de gaten houden dat het niet te ver afkoelt voor ze en ze desnoods in de winter verplaatsen naar bijv. de woonkamer. Nu zijn de winters inmiddels niet meer zo extreem koud maar de kans op een winterslaap kan al gebeuren als het buiten onder de 10 graden komt, maar als een hok bij het raam staat is dit natuurlijk vrij koud voor een klein diertje.

Hou je huisdier dan ook goed in de gaten als ie dus in de buurt van een raam staat of op de slaapkamer van de kinderen, wordt het te koud verplaats hem dus even voor de winterperiode en mocht je denken dat hij overleden is check dit goed. Er is nauwelijks een ademhaling zichtbaar op dat moment dus dat is natuurlijk lastig maar mocht je twijfelen verplaats de hamster dan naar een warme ruimte en hou in de gaten of de ademhaling weer sterker wordt.

Deze blog was even wat anders dan alleen over onze huisdieren maar wat meer gericht op de dieren om ons heen. Het leren over de natuur en hun dieren waar we in leven is natuurlijk ook een belangrijk deel en hopelijk ook leuk/interessant!

KITTEN NEST VERLATEN


7 september 2023 | Eline van den Berg

Waarom is dit te jong, pups mogen toch ook met 8 weken al naar een nieuw huis? Dit is een vraag die we veel te horen krijgen op het moment dat we vertellen dat de kitten veel te jong is opgehaald. Er zit natuurlijk al een heel groot verschil in karakter tussen honden en katten. Waar katten veel meer zelfstandig zijn vinden honden het (meestal) heerlijk om samen iets te doen. Maar zijn nog meer verschillen in voornamelijk de socialisatie periode en het afspenen bij mama. In deze blog zal ik dan ook vooral bespreken waarom het juist zo belangrijk is om kittens tot 13 weken bij mama te houden. Helaas is het wettelijk bepaald dat een kitten minimaal 7 weken moet zijn als ze het nest verlaten. Dit is voor de kittens nog steeds veel te jong.

Kittens hebben 2 socialisatie periodes, de 1ste ligt tussen de 3-7 weken en de 2de tussen de 8-14 weken. Dit zijn dus de periodes waar ze de sociale vaardigheden leren. In de 1ste periode leert de kitten onder andere aan andere katten, mensen en diersoorten te wennen. Ook is het belangrijk dat ze in die periode op een positieve manier kennis maken met harde geluiden, kinderen, honden of bijv. autoritjes. De 2de socialisatie periode is vooral belangrijk voor het sociale spel. Het sociale gedrag van katten is namelijk niet aangeboren maar aangeleerd, dit leren ze door het spel met andere nest genootjes op jonge leeftijd. Ook is dit de periode dat hij veel van mama leert en daardoor zelfvertrouwen op gaat bouwen en leert hij met frustratie omgaan door de langzame afbouw van het melk drinken.

Het afspenen van de moedermelk stopt pas tussen de 8 á 10 weken, moedermelk bevat namelijk veel antistoffen die van levensbelang zijn voor de opbouw van het immuunsysteem van de kittens. Doordat mama de melkvoeding dus langzaam stopt gaat zetten kan het zijn dat de kleine nog wel eens gefrustreerd wordt, dit is een belangrijke leerervaring zodat ze ook in hun nieuwe huis straks goed om weten te gaan met een eventuele frustrerende situatie. Met een week of 4 beginnen de kleintjes met het eten van vaste voeding (natvoer, brokken of vlees). Natuurlijk kunnen/snappen ze dit niet van de ene op de andere dag. Dit gebeurt door het langzaam afbouwen van de melk en het opbouwen van de vaste voeding, met een week of 10 (gemiddeld) zal de kitten dan goed zelfstandig eten. Dit geldt ook voor het aanleren van de kattenbak, vanaf een week of 4 beginnen ze met het zelf proberen en mama nadoen en dan vanaf een week of 10 zijn ze dan helemaal zindelijk. Daarnaast is een belangrijke reden om te wachten op je kitten is spel agressie. Dit is iets wat veel voorkomt bij kittens die te vroeg naar een nieuw huisje zijn gegaan. In hun spel oefenen ze samen de jachttechnieken door elkaar te besluipen en bespringen, als dit dan te hard gaat (doorbijten of krabben) dan worden ze gecorrigeerd wat met een piepje gepaard gaat of het spel wordt dan stopgezet. Hoe ouder de kittens worden hoe meer het spel zal uitmonden in de serieuzere gevechten, als ze dan nooit de grens hebben geleerd zie je dat de spelagressie omhoogkomt. Je handen en voeten lopen dan groot kans om tot bloedens toe open gekrabd te worden.

Dus nog even een kleine samenvatting wat de gevolgen kunnen zijn als je de kitten te vroeg mee naar huis neemt.

  • Een bange/angstige kitten
  • Een onzekere kitten
  • Eventueel probleemgedrag
  • Angstiger voor nieuwe dingen en huisgenoten
  • Vatbaarder voor ziektes, stress en diarree
  • Vast voedsel is vaak nog niet de volledige hoofdmaaltijd en kittenmelk voldoet niet.
  • De kitten zal afvallen of gewoon niet aankomen.
  • Het kan hierdoor dus een teleurstelling worden voor beide partijen!

CHECKLIST HUISDIER


8 augustus 2023 | Eline van den Berg

Vandaag een wat kortere blog, dit omdat ik een checklist voor nieuwe huisdieren heb gemaakt voor jullie. De link naar de checklists (pdf-bestand) vinden jullie onderin dit artikel.

Velen van jullie hebben een dier gekocht, zijn van plan er 1 te halen of zijn aan het oriënteren wat je nou precies allemaal nodig hebt als eerste aanschaf bij een huisdier. Soms raak je door al die informatie nog wel eens overzicht kwijt wat nou belangrijk is bij die eerste aanschaf. Ik heb voor jullie een checklist samengesteld met spullen voor de eerste aanschaf. Zo heb je een makkelijk overzicht bij de hand voor als je het zelf even kwijt bent en niet meer weet wat de prioriteit heeft bij het aanschaffen. Ik heb een checklist gemaakt voor; puppy, kitten, vogel, knaagdier, konijn & aquaria.

Hopelijk kunnen jullie dit gebruiken als een extra geheugensteuntje!

HET OVERLIJDEN VAN JE HUISDIER


21 juli 2023 | Eline van den Berg

De blog is super ontvangen door jullie waar ik natuurlijk ontzettend blij mee ben!!

Inmiddels heb ik vanuit jullie als klant al veel ideeën gekregen om over te schrijven, ik ga natuurlijk proberen om over zoveel mogelijk onderwerpen te bloggen. Deze blog gaat over een gevoeliger onderwerp. Want wat moeten we als ons geliefde huisdier komt te overlijden?

De blog is vooral gericht op onze honden omdat daar momenteel veel vraag naar was. Natuurlijk ga ik ook nog tijd maken om het onderwerp uit te breiden voor andere dieren.

Op het moment dat we een dier aanschaffen weten wij dat we onze dieren over het algemeen overleven. Maar als het moment er echt aankomt, hoe bereid je je andere huisdieren hier dan op voor? En hoe zorg je ervoor dat het dier dat overlijdt zich tot het laatste moment op zijn/haar gemak voelt?

Veel mensen vergeten op het moment dat hun huisdier overlijdt dat er ook (niet altijd) andere dieren thuis zitten die hun maatje verliezen, niet alleen wij maar ook zij gaan een rouwproces door. Zorg ervoor dat je andere huisdieren in het proces betrekt zodat ook zij goed afscheid kunnen nemen.

Het is natuurlijk lastig hoe je een dier nou voorbereid op het overlijden van een ander dier. Zij gaan er net als wij allemaal op een andere manier mee om. Er zijn natuurlijk wel dingen die je kan doen waardoor je huisdier beter begrijpt dat zijn maatje niet meer terugkomt:

  • Neem je oudste huisdier soms een dagje mee ergens naartoe zonder de andere hond(en). Mocht dit voor het dier niet gaan doe het dan andersom.
  • Kijk of je de ‘jongste’ dieren 1 dag per week met een uitlaatservice mee kan laten gaan, ter afleiding en als voorbereiding op het op pad gaan zonder maatje.
  • Zorg dat je vanaf pups af aan de honden ook regelmatig 1-op-1 meeneemt, zodat je dier sowieso al leert om alleen weg te kunnen.
  • Bij katten is dit natuurlijk een lastigere kwestie, want die kun je niet met een uitlaatservice meesturen. Wel kun je ervoor zorgen dat de dieren af en toe gescheiden zijn en dan apart aandacht krijgen.
  • Weet je dat het moment van overlijden eraan komt, hang dan eventueel een Adaptil of Feliway verdamper in huis op. Dit zorgt voor wat meer rust in huis mochten de dieren wat gespannen zijn door de situatie (ze kunnen natuurlijk ook onze emoties voelen wat voor spanningen kan zorgen).
  • Kijk naar je dier en wat het van je nodig heeft. We kijken helaas nog steeds veel naar eigenbelang en willen dat een dier zo lang mogelijk blijft leven, ondanks dat het dier misschien helemaal niet meer kan of op is.
  • Blijf bij het overlijden van je dier.
  • Kijk of het mogelijk is dat de andere dieren bij het overlijden kunnen zijn.
  • Kan dit niet, zorg dan in ieder geval dat ze afscheid kunnen nemen, geef ze hier ook ruim de tijd voor. Als ze geen ‘interesse’ meer tonen dan is het duidelijk voor ze dat het dier er niet meer is.
  • Ruim niet gelijk alle spullen van het dier op, maar doe dit beetje bij beetje. Zo wennen de dieren aan de verandering in het huishouden.

Er kan verwarring zijn in de rangorde wanneer een dier wegvalt. Het kan zijn dat dit opnieuw ‘uitgevochten’ of bepaald moet worden. Probeer dit te begeleiden zodat het niet uit de hand loopt.

Geef de dieren 1-op-1 aandacht door met ze te gaan wandelen, zo kunnen ze hun energie/emoties kwijt zonder dat er andere dieren zijn die zich ermee bemoeien.

Natuurlijk zijn er ook dingen die je na het overlijden moet regelen. Voor katten is dit wat minder dan bij de hond maar hier een klein lijstje waar je aan moet denken.

  • Laat de hond uitschrijven bij de gemeente als je hondenbelasting moet betalen, dit hoeft niet in elke gemeente.
  • Zeg de huisdierverzekering op als je deze hebt.
  • Meld het chipnummer van je huisdier af (via de NDG).
  • Stuur een berichtje aan de fokker, die willen het vaak ook graag weten wanneer een dier is overleden.
  • Zeg eventuele vaste afspraken of bestellingen af (trimsalon, dierenpension, dierenarts of voeding).
  • Wil je dat je huisdier gecremeerd wordt, dan kun je contact opnemen met een crematorium. Dierenartsen hebben hier wel vaak informatie over.

Als jullie in deze situatie zitten en een zware tijd hebben of tegemoet gaan dan wil ik jullie namens team Sascha heel erg veel sterkte en liefde toewensen.

EVEN VOORSTELLEN


11 juli 2023 | Eline van den Berg

Allereerst zal ik mijzelf even voorstellen. Mijn naam is Eline van den Berg, 25 jaar en sinds mei 2017 in dienst bij Sascha Diertotaal. Nadat ik hier stage had gelopen ben ik destijds door Brigitte, de voormalig eigenaresse van Sascha Diertotaal, aangenomen als zaterdag/vakantiehulp. Inmiddels zijn we dus bijna 7 jaar verder en werk ik fulltime als bedrijfsleidster. Naast het feit dat ik bedrijfsleidster ben, ben ik sinds 3 jaar gedragsadviseur voor papegaaien en ben ik in de afrondende fase van mijn opleiding tot Health Coach. Dit is vooral op hond en kat gericht.

Sinds ik bij Sascha Diertotaal werk ben ik van zaterdag/vakantiehulp doorgegroeid naar bedrijfsleidster. In werk nu alweer ruim 3 jaar met veel plezier in deze functie. Dat ik in zo’n korte tijd zo snel mocht groeien in het bedrijf is natuurlijk een buitenkans geweest die ik met beide handen aangegrepen heb. Zoals de meesten van jullie weten is in 2020 de zaak overgenomen door Stefan & Giovanna, hierdoor kreeg ik de kans om als leiding te gaan werken. Dit is natuurlijk een omschakeling geweest want er komen natuurlijk meer verantwoordelijkheden bij kijken.

Door de verandering van functie ben ik naast het druk bezig zijn op de werkvloer ook druk achter de schermen. Op de werkvloer ligt mijn aandacht op jullie als klant en op het personeel. Als team zorgen we ervoor dat alles op rolletjes loopt, de winkel aangevuld en netjes blijft en jullie als klant optimaal geholpen kunnen worden. Achter de schermen ben ik inmiddels bezig met het op orde krijgen van onze webshop, contacten met leveranciers onderhouden, informatieavonden en evenementen organiseren en sinds kort ook dus met deze blog.

Als dierenspeciaalzaak vinden we het natuurlijk erg belangrijk dat wij jullie als onze klant net dat beetje extra kunnen gaan bieden. Dus naast de winkel optimaliseren en alle dagen/avonden die georganiseerd worden, wilde ik iets doen waarbij ik alle kennis met jullie kan delen en waar jullie als klanten (hopelijk :)) iets aan hebben. Daardoor is het idee gekomen om een blog te gaan schrijven. Hierin wordt alles besproken op het gebied van huisdieren en hoe wij als eigenaar onze dieren het beste leven te geven. Onderwerpen zoals; ‘hoe bereid je je huisdier voor op de komst van een baby?’, ‘hoe socialiseer je een vogel?’ en ‘wat zijn nou veelvoorkomende problemen bij bepaalde hondenrassen?’ zullen hier besproken worden.

Het schrijven van een blog is voor mij helemaal nieuw en daarom wil ik jullie als klant hier graag bij betrekken. Mochten er onderwerpen zijn die jullie graag besproken willen hebben mail deze dan naar; klantenservice@saschadiertotaal.nl t.a.v. Eline. Feedback mag natuurlijk ook altijd gegeven worden via het bovenstaande mailadres!